De muzikanten van Sedaa verbinden traditionele muziekculturen van Mongolië en Perzië tot een uniek vernieuwende, absoluut toegankelijke, synthese tussen twee cultuur-historisch gerelateerde stromingen in de wereldmuziek.
Sedaa betekent stem in het Perzisch. De vocale muziek (zang) drukt inderdaad een stevig stempel op het groepsgeluid. De muzikanten zijn meesters in boven- en ondertonen in de keelklanken die de Mongoolse muziek typeren. Resonerende vocalen, die ze met ogenschijnlijk gemak vanaf het podium richting concertruimte dirigeren, lijken van overal en nergens te komen
De mystieke, melancholische sfeer die het groepsgeluid ademt, ontleent aan weidse natuurlandschappen die Mongolië en Perzië gemeen hebben, wordt vermengd met oriëntaalse ritmes. Sedaa waakt ervoor dat met de moderne arrangementen en vernieuwende composities het culturele erfgoed van haar nomadische voorouders gerespecteerd blijft en tevens voortzet en uitbreidt. Het resultaat is een verbluffende balans tussen twee van de oudste en rijkste wereldculturen. Alles is toegankelijk bewerkt naar het hier en nu.
Voor wie het intens luisteren met gesloten ogen niet volstaat: Sedaa treedt op in origineel gedrapeerde zijden klederdracht. De atmosfeer die de Joert (Mongoolse tent) ademt, completeert de unieke beleving die de toehoorders ondergaan.
De leden van Sedaa bespelen traditionele instrumenten:
Naranbataar Purevdorj: Ikh Khuur (double bass), Morin Khuur (Horsehead Fiddle) kargyraa (vocal fry register), Hömii (overtone singing)
Omid Bahadori: Guitar, Cajón, Frame drum, kargyraa
Ganzorig Davaakhuu: Yochin (120-stringed Mongolian dulcimer), kargyraa
Yesun Erdene Bat: Morin Khuur, kargyraa, Hömii