Twee totaal verschillende romantische pianokwintetten
Jeanette Vergouwen-de Caluwe
Het slotconcert van de voorjaarsreeks 2025 van MuziekPodiumZeeland (MPZ) was een spannend staaltje van samenwerking tussen musici die elkaar kennen maar niet regelmatig samen musiceren. In de Sint Jacobskerk in Vlissingen zaten zaterdag 24 mei 2025, niet overdreven veel, maar wel zeer geïnteresseerde muziekliefhebbers. Op het podium vijf goede en ervaren musici (Lisa Ferschtman/viool, Lucie Horsch/piano, Lilli Majala/altviool, Ivan Karisna/cello en Olivier Thiery/contrabas), die niet bang waren om een uitdaging aan te gaan.
Het pianokwintet van Ralph Vaughan Williams (1872-1958) is geen gemakkelijk kamermuziekwerk. De bezetting: piano, viool, altviool, cello en contrabas is interessant en dit werk koppelen aan het Forellenkwintet van Schubert (1797-1828), in dezelfde bezetting, is een geweldige keuze.
Vaughan Williams componeerde dit kwintet in 1903 en hij was toen duidelijk erg ingenomen met de muziek van Brahms. De muziek is verhalend en het Allegro con fuoco is erg orkestraal geschreven en nogal rapsodisch. De musici gingen er meteen vol in en de dramatiek werd lekker onderstreept. Omdat de muziek erg compact is, was een meer genuanceerdere aanpak wellicht beter geweest. De afwisseling met de zachtere verstilde passages was verfrissend en aangenaam. Het Andante klonk triest en zwaarmoedig en er werd mooi gefraseerd. Het thema van deel 3 Fantasia, werd heel sereen unisono gebracht door de strijkers en daarna door de piano overgenomen. De zes variaties met telkens een andere kleur of in een ander ritme kregen een mooie invulling, soms als een rustige dialoog, maar ook vinnige variaties met een vlot tempo, De pizzicati klonken spits en heel enerverend was vlak voor de slottoon, de dalende toonladderklanken, zoals je ook hoort bij Engelse klokgelui.
Wat ik bij Vaughan Williams miste: het mooie harmonische samenspel, kwam bij de vertolking van het Forellenkwintet van Schubert wel over. Lucie Horsch die als blokfluitiste (fenomenaal) en mezzosopraan in december optrad in Middelburg en zich nu in Vlissingen als pianiste manifesteerde, overtuigde mij niet 100% in Vaughan Williams. Tijdens het Forellenkwintet kwam haar heldere inbreng veel beter uit. Wellicht zal iets minder pedaalgebruik haar spel veel genuanceerder maken. De vaste kern van een kwintet is vaak een pianotrio en de altviool en contrabas worden dan ‘gevraagd’. De noodzaak om op een gezamenlijke lijn te zitten is in kamermuziek belangrijk. Vaker samen repeteren en optreden zal de eenheid groter maken, maar begin er maar eens aan in een periode dat musici op alle fronten ‘gekort’ worden. Zij worden voor geen enkele ‘training’ betaald en moeten altijd tijdens optredens meteen presteren.
Dit even terzijde, want het was wel genieten geblazen bij de Schubertinterpretatie. Alle klonk helder, blijer en genuanceerder. Schubert is de man van de melodie, of die nu blij of energiek, of melancholisch klinkt, de muziek van Schubert komt altijd binnen en daar word je als toehoorder blij van. Het Andantino met vijf variaties werd spannend en schitterend gespeeld. Na het energieke Scherzo was dit deel een oase van rust. Het Allegro giusto, met een virtuoze pianopartij, was een bruisend slotdeel met heerlijke Hongaarse elementen, opwindende ritmes en triomfantelijke passages, klonk speels en vrolijk. De liefde voor de muziek spatte van de uitvoerende musici af.
Ik raad de verantwoordelijken die in Zeeland subsidies verstrekken aan, om eens een concert bij te wonen. Dan ervaren ze waarschijnlijk dat MPZ een flinke subsidie verdiend.