Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.
Gewoon genieten van Franse en Duitse romantiek
Jeanette Vergouwen-de Caluwe
Het recital dat celliste Anastasia Feruleva en pianist Frank van der Laar, zondag 26 januari in de Sint Jacobskerk in Vlissingen verzorgden, was een uitstekende afwisseling. De weersomstandigheden van de afgelopen weken boden weinig vreugde. Het concert bracht dit wel. Het publiek kon gewoon onbelemmerd genieten van deze toegankelijke, romantische muziek en even alle somberheid vergeten. De titel ‘Pareltjes’ was goed gekozen.
Lied ohne Worte in D opus 109 is het laatste werk van de reeks van 48 die Mendelssohn schreef, deze keer niet voor pianosolo maar voor piano en cello. De cello speelde een zangerige melodie terwijl de piano sfeervol begeleidde. Het snelle tussendeel klonk onrustig, maar in de herhaling keerde de zaligmakende dromerigheid terug.
In de Arpeggione Sonate van Schubert, in een transcriptie voor cello en piano, kwam het melancholieke thema mooi en kleurrijk over. Het meer levendige thema klonk energiek en opvallend waren de mooie fraseringen. Het Adagio met een dromerig karakter was de ideale overgang naar het slotdeel in rondovorm. Feruleva demonstreerde hierin haar virtuositeit én, haar muzikaliteit.
De Introductie en Polonaise Brilliante van Chopin werd inderdaad briljant gespeeld. Echt Chopin met een overdaad aan snelle loopjes en een weemoedig ‘zingende’ cello.
Na de pauze werden Franse romantische werkjes vertolkt waarbij impressies van sfeer en gemoedstoestanden werden uitgedrukt. Après un rêve van Fauré kreeg een iets te trage invulling en miste wat adem. Het is tenslotte oorspronkelijk een lied, en dat vraagt om een muzikale rust, daar waar de vocalist ademhaalt. De Sicilienne en vooral Papillon werden met energie en ook lichtvoetigheid gebracht, een prachtige schildering van een fladderende vlinder. De Zwaan van Saint-Saëns (uit Carnival d’animaux) is overbekend, en velen denken tijdens het klinken van de typische Franse melodie, die gevoelig door de cello wordt gestreken boven een kabbelende begeleiding door de piano, aan de balletperformance van Anna Pavlova. (In de choreografie van Mikhail Fokine werd het een stervende zwaan).
In de Phantasiestücke van Schumann worden lyriek en emotie benadrukt. Fijne sfeerstukjes die oorspronkelijk voor klarinet en piano zijn geschreven maar ook heel geschikt zijn voor cello. Drie miniatuurtjes met verschillende ritmes en gevoelswaarden. Van klagende melodie via een levendige dialoog tot en met een vurig en snel thema. De piano zorgde voor veel variatie, mede door de vele triolen en modulaties. Deze twee musici zijn een echt team en vormen een overtuigende muzikale eenheid.
Het recital werd, na de Europese romantische composities, afgesloten met Le grand Tango van Piazzolla. Een hele aparte tango waarin, mede door de syncopen de geest van jazz te horen is. Het werk werd meeslepend gebracht, de afwisseling tussen trieste en ingetogen frases was groot. Een opeenvolging van sterk ritmische, flitsende en dansante momenten en weemoed.
Een recital, waarin de vele mogelijkheden van de cello werden gedemonstreerd, met muziek die zorgde voor ontspanning en luistergenot.