Björn Schmelzer richtte Graindelavoix op in 1999. Dit koor is een buitenbeentje in het Vlaamse oude muzieklandschap. De groep houdt zich niet aan de ongeschreven esthetische ‘etiquette’ maar gaat op zoek naar alternatieve mogelijkheden waarbij expressie en intensiteit extra aandacht krijgen. De programma’s zijn steeds aantrekkelijk. In Vlissingen presenteert Graindelavoix een duidelijk beeld van een prachtige genealogie van drie generaties onafgebroken Frans-Vlaamse polyfonie uit de 15de en vroeg 16de eeuw met een rode draad: Johannes Ockeghem was een leerling van de Bourgondische componist en zanger Gilles Binchois. Ockeghem zelf was dan weer de leermeester van Josquin Desprez en Loyset Compère, en had een grote invloed op Jacob Obrecht. Obrecht is geboren in Gent, werkte in Antwerpen en Brugge, en is bezweken aan de pest in 1505 in Ferrara Italië, toen hij Josquin, die op tijd wist te ontsnappen aan de dodelijke ziekte, verving.
Enkele hoogtepunten uit dit programma zijn: het indrukwekkend en aangrijpend Agnus Dei van Binchois. De klaagzang voor Binchois die Ockeghem schreef. De polyfonie komt goed uit in andere werken van Ockeghem zoals in zijn Alma Redemptoris Mater waarin de luisteraar als het ware bij de hand wordt genomen op een denkbeeldige reis door een mystieke ruimte: van hemelse hoogten tot de diepste lagen van de menselijke ziel.
Josquin hanteert een techniek waarin de herhaling de variatie versterkt.
Absoluut spectaculair is het Salve Regina van Jacob Obrecht, ingewikkeld van compositie en heel virtuoos.
Graindelavoix bestaat deze keer uit: Andrew Hallock/alt, Albert Riera/tenor, Marius Peterson/tenor, Arnout Malfliet/bas en Björn Schmelzer.